Op vakantie overkwam de man vaak hetzelfde als hem met oud en nieuw wel eens
gebeurde. Op veilige afstand van huis en met de rest van de vakantie als comfortabele
buffer nam hij zich dan allerlei voor, voor ná de vakantie. Vooral tijdens de
lange, eenzame wandelingen die hij graag maakte, wilde hij wat dat betreft wel
eens op hol slaan. Dat alles helemaal anders moest, bedacht hij dan vol
overgave. Beter, minder, meer. Eerder, vaker, voortaan altijd. Of juist nooit
meer. Dat soort dingen.
Ook dit jaar was het weer zover geweest. Al had hij zich, door schade en
schande wijs geworden zogezegd, een beetje ingehouden met het nooit en het
altijd. Maar er waren toch wel wat zaken, had hij zichzelf al wandelend
ingewreven, die hij wat voortvarender aan zou kunnen pakken, als hij weer thuis
was. Een béétje doortastender. Vasthoudender. Gestructureerder. Strenger voor
zichzelf, zo u wilt.
Dus..
Nu was hij dan weer thuis. Temidden van allerlei zaken die inderdaad best wel
eens wat voortvarender aangepakt zouden kunnen worden. Poe! Dat zou nog niet
mee vallen.
Gelukkig was er ook drie kubieke meter wasgoed uit de achterbak van
de auto gekomen. Kon hij daar vast een beetje mee oefenen.